Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 23 april 2016
Leestijd: 2 minuten
In een procedure terzake bestuurdersaansprakelijkheid was ondermeer aan de orde dat de administratie niet voldeed aan de eisen die artikel 2:10 BW daaraan stelt.
De gevolgen daarvan zijn voor het bestuur zeer ernstig omdat het bestuur dan zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en er wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement (artikel 2:248 lid 2 BW).
De bestuurder verweerde zich met de stelling dat het personeel en in het bijzonder de CFO tekort was geschoten inzake het voeren van de administratie.
Het Gerechtshof maakte daar korte metten mee door te beslissen dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de administratie te allen tijde berust bij de bestuurder. De bestuurder kan zich derhalve nimmer achter zijn werknemers verschuilen, ook als hij zelf geen kennis en/of affiniteit heeft met het voeren van administratie.
Zie Gerechtshof Den Bosch, 19 januari 2016 ECLI:NL:GHSHE:2016:111.
Indien u hierover nadere informatie wenst kunt u contact opnemen met mr. Louis de Boef (0318 – 52 24 04, lldeboef@boersadvocaten.nl)