Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 27 februari 2019
Leestijd: 3 minuten
De verjaring van vakantiedagen.
Een werknemer bouwt ieder jaar vakantiedagen op. Voor een fulltime medewerker zijn dit 20 vakantiedagen per jaar, vaak aangevuld met extra vakantiedagen, de zogenoemde bovenwettelijke vakantiedagen. Werknemers mogen deze vakantiedagen echter niet tot in het oneindige opsparen. De wet zegt dat wettelijke vakantiedagen vervallen per 1 juli van het opvolgende jaar. Vakantiedagen die zijn opgebouwd in 2018, moeten dus voor juli 2019 worden opgenomen. Gebeurt dit niet, dan vervallen de vakantiedagen. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen geldt een vervaltermijn van 5 jaar.
Werkgevers houden vaak de administratie van vakantiedagen bij, maar houden de werknemers vaak zelf verantwoordelijk voor het opnemen van die vakantiedagen. Door een uitspraak van het Hof van Justitie wordt het echter (mede) een probleem voor de werkgever wanneer vakantiedagen van werknemers dreigen te vervallen. De werkgever moet volgens het Hof van Justitie namelijk passende informatie verstrekken met betrekking tot het verval van vakantiedagen. Laat de werkgever dit na, dan kan de werknemer de vakantiedagen alsnog opeisen of -bij het einde van het dienstverband- een vergoeding in geld vragen.
Voor u als werkgever is het dus van belang om uw medewerkers jaarlijks mede te delen hoeveel wettelijke vakantiedagen er nog openstaan en dat zij komen te vervallen als ze niet vóór 1 juli opgenomen zijn. Zorg ook dat u later bewijzen kunt dat u deze mededeling heeft gedaan. Heeft u niet gewaarschuwd (of kunt u dat niet meer bewijzen), dan loopt u het risico dat u geen beroep meer op verjaring toekomt en dat bij het einde van het dienstverband (ook al is dat vele jaren later) nog een uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen moet worden gedaan.
Heeft u vragen over het bovenstaande of wenst u meer informatie? Neem dan contact met ons op, telefoonnummer 0318 – 52 24 04,
e-mail: jbrouwer@boersadvocaten.nl.