Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 27 februari 2018
Leestijd: 2 minuten
Het Hof Den Haag besliste in oktober 2017 dat een man bij echtscheiding recht had op vergoeding van het tijdens het huwelijk geërfde geld met een testamentaire uitsluitingsclausule, dat was opgemaakt.
Deze beslissing is in veel uitspraken van lagere rechters te vinden. Het Hof Den Bosch heeft in november 2017 twee keer anders beslist. Het Hof besliste dat de met uitsluiting ontvangen gelden waren opgemaakt aan bestedingen die geen aanleiding gaven tot een vergoedingsrecht. Aangenomen werd dat de schenkingen waren besteed om te voldoen aan de verplichting om bij te dragen in de kosten van de huishouding (art. 1:84 BW), een verplichting in de relationele solidariteit in de verhouding tussen echtgenoten uit art. 1:81 BW (dat bepaalt dat echtgenoten verplicht zijn elkaar het nodige te verschaffen). Niet gebleken was dat de gerechtigde op het geld méér had bijgedragen aan de huishouding dan waartoe op grond van de wet verplicht was. Er was geen onderbouwd financieel overzicht gemaakt dat inzicht gaf wie van partijen welke kosten van de huishouding voor zijn/haar rekening zou hebben genomen. Gezien het ontbreken van dit overzicht was er geen plaats voor een vergoedingsrecht.
Hof Den Haag 11 oktober 2017, nrs 200.203.838/01 en 200.203.839/0
Hof ’s-Hertogenbosch 7 november 2017, nr 200.200.019/01
Hof ’s-Hertogenbosch 14 november 2017, nr 200.198.627/01
Neem voor meer informatie contact op met mr. Carien Snouckaert van Boers Advocaten in Veenendaal! Per e-mail: cjasnouckaert@boersadvocaten.nl; telefonisch: 0318-522404.