Wij kijken verder dan de zaak

Uitoefening retentierecht reden voor opheffing beslag?

Geplaatst:  29 oktober 2016

Leestijd:  3 minuten

Kan door een schuldeiser ten laste van de schuldenaar derdenbeslag worden gelegd als de schuldeiser een retentierecht uitoefent op zaken van de schuldenaar die hij onder zich houdt? De voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel heeft hierover onlangs beslist.

Door een fabrikant werden houtproducten geleverd aan één van haar afnemers. Tussen partijen is een geschil ontstaan over de uitvoering van de werkzaamheden, de gemaakte afspraken hierover en de gehoudenheid van de afnemer tot betaling van de door de fabrikant verstuurde facturen. Omdat betaling hiervan uitbleef heeft de fabrikant de afnemer in gebreke gesteld en meegedeeld zich op het retentierecht te beroepen voor wat betreft de voorraad producten die zich nog bij hem bevinden. Tevens heeft de fabrikant beslag gelegd onder een klant van de afnemer.

De afnemer vordert opheffing van het beslag. Hij stelt onder andere dat het derdenbeslag niet nodig is, omdat de fabrikant zich ook op het retentierecht beroept met betrekking tot de voorraden die hij nog onder zich heeft en dit retentierecht ook daadwerkelijk uitoefent. Voorts dat door het derdenbeslag zijn bedrijfsvoering vrijwel geheel komt stil te liggen. Volgens de afnemer vertegenwoordigen de voorraden bij de fabrikant een aanzienlijke waarde. De fabrikant stelt dat de voorraden als zodanig geen substantiële waarde vertegenwoordigen, omdat de opbrengst bij onderhandse verkoop veel minder zal bedragen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat, hoewel de exacte waarde hiervan niet duidelijk is, gelet op de omvang van de aanwezige voorraden de fabrikant zich zelf met uitoefening van het retentierecht een zekerheid van betekenende omvang heeft verschaft. Omdat door het derdenbeslag de bedrijfsvoering van de afnemer vrijwel geheel komt stil te liggen, acht de voorzieningenrechter het beslag onrechtmatig. Het belang van de afnemer bij een spoedige hervatting van de bedrijfsvoering weegt zwaarder dan het belang van de fabrikant bij de (mogelijk overmatige) zekerheid door het derdenbeslag. Wel vindt de voorzieningenrechter dat de afnemer in dat geval aanvullende zekerheid dient te stellen door het verstrekken van een bankgarantie. De voorzieningenrechter heft het beslag op onder de voorwaarde dat door de afnemer een bankgarantie wordt verstrekt aan de fabrikant voor in dit geval een bedrag van € 10.000,-.

 

Voor nadere informatie hierover kunt u contact opnemen met mr. T.F. Quaars: 0318 -52 24 04 of tfquaars@boersadvocaten.nl.


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen