Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 22 maart 2016
Leestijd: 2 minuten
In bijna alle hypotheekakten is een zogenaamd huurbeding opgenomen.
Dit houdt in dat de hypotheekhouder, doorgaans de bank, op basis daarvan de huurovereenkomst kan vernietigen. Dit gaat niet alleen op voor huurovereenkomsten die zijn gesloten zonder toestemming van de bank maar ook in de situatie dat hoewel het sluiten van een huurovereenkomst wel is toegestaan, een latere huurovereenkomst op zodanig ongunstige voorwaarden is gesloten dat de bank die op grond daarvan kan vernietigen.
Wil een dergelijke actie slagen, dient er wel aan nogal wat formele en materiele eisen te zijn voldaan.
De bank kan daarop -doorgaans- in kort geding, het pand doen ontruimen en het leeg op de veiling aanbieden. In de meeste gevallen kiest de bank er echter voor om ontruiming over te laten aan de koper. Ook daaraan zijn enige formaliteiten verbonden wil dat een succes hebben.
Voor de veilingkoper is het derhalve noodzakelijk dat hij, indien hij het pand leeg wil hebben, zelf het huurbeding kan inroepen en, indien de huurder niet ontruimt, huurder daartoe in kort geding kan doen dagvaarden.
Nu de veilingkoper “in de voetsporen treedt van de bank” betekent het wel dat de veilingkoper, reeds voordat hij zijn bieding uitbrengt op de veiling, inzicht dient te hebben in de gegrondheid van het huurbeding alsmede alle (formele) stappen die de bank in deze heeft gezet afgezet tegenover de feitelijke situatie.
Indien u hierover nadere informatie wenst kunt u contact opnemen met mr. Louis de Boef (0318 – 52 24 04, lldeboef@boersadvocaten.nl)