Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 21 mei 2019
Leestijd: 4 minuten
In een eerdere blog schreef mr. J. Brouwer al over de Wet compensatie transitievergoeding. Deze regeling bepaalt dat een door de werkgever betaalde transitievergoeding door het UWV kan worden terugbetaald, indien de arbeidsovereenkomst is geëindigd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling zal in werking treden op 1 april 2020, maar is ook van toepassing op arbeidsovereenkomsten die voor de inwerkingtreding van de wet, maar na 1 juli 2015, zijn beëindigd.
Werkgevers besloten om ter vermijding van de betaling van een transitievergoeding het dienstverband maar in stand te laten nadat twee ziektejaren -en daarmee de loondoorbetalingsverplichting- waren verstreken. Werknemers probeerden daarom al verschillende malen om zelf maar de beëindiging via de Kantonrechter af te dwingen om zodoende de transitievergoeding te verkrijgen. Zo ook een taxichauffeur die in 2016 arbeidsongeschikt raakte. In 2018 werd hem een IVA-uitkering toegekend. Hij verzocht ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst onder de voorwaarde dat hem een transitievergoeding van € 41.225,99 zou worden toegekend. De werkgever verzette zich niet tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar verweerde zich wel tegen het toekennen van een transitievergoeding. De werkgever was van de Wet compensatie transitievergoeding op de hoogte, maar gaf aan dat het feit dat hij de transitievergoeding mogelijk terug kan krijgen na inwerkingtreding van die wet niet betekende dat hij de transitievergoeding nu zou kunnen voorschieten.
De Rechtbank Overijssel oordeelde op 11 april 2019 dat de transitievergoeding niet kan worden toegekend, omdat de werknemer op grond van de wet geen recht heeft op een transitievergoeding. Wanneer een arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wordt ontbonden, moet er immers sprake zijn van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever alvorens er een transitievergoeding toegekend mag worden. En dat was hier niet het geval. De werkgever handelt naar het oordeel van de kantonrechter niet verwijtbaar door de slapende dienstbetrekking in stand te laten, enkel om het betalen van een transitievergoeding te voorkomen. Het is immers nog niet geheel zeker dat de Wet compensatie transitievergoeding ook daadwerkelijk per 1 april 2020 wordt ingevoerd.
Er wordt nog wel een kanttekening gemaakt door de kantonrechter: na de inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding kan er een situatie ontstaan waarin de werkgever wel verwijtbaar handelt door het slapend houden van een dienstverband, terwijl de loondoorbetalingsverplichting verstreken is. Hierbij kan men denken aan de situatie dat de werkgever geen enkel ander belang meer heeft bij het in standhouden van de arbeidsovereenkomst dan het voorkomen van het betalen van transitievergoeding, in weerwil van het besef dat die transitievergoeding grotendeels of geheel wordt vergoed.
Wanneer uw weknemer u vraagt om de arbeidsovereenkomst met hem te beëindigen en daarbij een transitievergoeding toe te kennen, hoeft u daar dus zeker niet altijd akkoord mee te gaan. Maar zorg wel dat u goed geïnformeerd bent in welke situatie dat toch niet verstandig is.
Wenst u meer informatie over het voorgaande? Neem dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken via 0318-522404, of stuur een e-mail naar info@boersadvocaten.nl.