Wij kijken verder dan de zaak
Geplaatst: 26 mei 2016
Leestijd: 5 minuten
Banken zijn verplicht voldoende informatie in te winnen over de klant om hem of haar passend te kunnen adviseren. Ook zijn banken verplicht om aan hun klanten voldoende informatie te verstrekken zodat de klant een weloverwogen keuze kan maken bij de afname van een product of dienst van de bank.
Onlangs is door de Rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak gewezen over de zorgplicht van de bank jegens een voormalige franchisenemer die daar klant was.
De betreffende klant had een franchiseovereenkomst afgesloten en in verband hiermee een krediet verkregen bij de bank. De franchisegever was eveneens klant van die bank. Omdat de franchisenemer op enig moment niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen werd de kredietovereenkomst door de bank opgezegd. Korte tijd later werd het faillissement van de franchisegever uitgesproken.
Vervolgens vorderde de bank in rechte terugbetaling van de kredietsom van de franchisenemer. Die verweerde zich hiertegen door te stellen dat de bank haar zorgplicht had geschonden. De franchisenemer was van mening dat de bank op de hoogte moest zijn geweest van het dreigende faillissement van de franchisegever, omdat deze ook klant was van de bank. Uit hoofde van de zorgplicht had de bank de franchisenemer moeten informeren over de zorgwekkende financiële situatie bij de franchisegever. Omdat de franchisenemer in grote mate afhankelijk was van de franchisegever had de bank in zijn optiek bij het afsluiten van de kredietovereenkomst de financiële positie van zowel de franchisenemer als de franchisegever moeten onderzoeken. De rechtbank gaat hier echter niet in mee.
De rechtbank stelt voorop dat de bank als kredietgever de verplichting heeft om de kredietnemer te informeren over de gevolgen van het aangaan van een financieringsovereenkomst en over de daaruit voortvloeiende risico’s. Deze zorgplicht strekt er volgens de rechtbank toe kredietnemers te beschermen tegen eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht. De omvang van deze zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zoals de deskundigheid en ervaring van de kredietnemer en de ingewikkeldheid en risico’s van het kredietproduct. Wanneer de bank in haar zorgplicht tekortschiet, kan dat er onder meer toe leiden dat op grond van de redelijkheid en billijkheid de vordering tot terugbetaling van het opgenomen krediet dient te worden afgewezen. Volgens de rechtbank had de bank haar zorgplicht jegens de franchisenemer echter niet geschonden.
De overeenkomst die de bank met de franchisenemer had gesloten was een reguliere kredietovereenkomst waarbij de risico’s voor de franchisenemer overzichtelijk waren. De franchisenemer was van het begin af aan op de hoogte de betalingsverplichtingen die hij aanging. Gelet op die omstandigheden rustte volgens de rechtbank op de bank een beperkte zorgplicht, op grond waarvan een nadere uiteenzetting door de bank met betrekking tot de aard en risico’s van de kredietovereenkomst niet was vereist en de bank slechts de kredietwaardigheid van de franchisenemer diende te controleren. Nog daargelaten of de bank volledig bekend was met de financiële situatie van franchisegever en of deze cijfers überhaupt duidden op een naderend faillissement, ging de beperkte zorgplicht van bank niet zo ver dat zij de franchisegever bij het aangaan van de kredietovereenkomst had moeten waarschuwen voor de financiële situatie van de franchisegever. Daarbij is volgens de rechtbank bovendien van belang dat het de bank om redenen van privacy niet vrijstond om deze informatie met de franchisenemer te delen.
Voor nadere informatie hierover kunt u contact opnemen met mr. T.F. Quaars: 0318 – 52 24 04 of tfquaars@boersadvocaten.nl.