Wij kijken verder dan de zaak

Inbraak via social media delen, mag dat?

Geplaatst:  12 mei 2020

Leestijd:  7 minuten

Mag je via social media beelden vrijgeven van een inbraak en daarbij de personen in kwestie met naam en toenaam verzoeken om zich te melden? De kort geding rechter van de Rechtbank Gelderland moest hierover beslissen.

Wat was er gebeurd?
Op zaterdag 21 september 2019 heeft Damcon te Opheusden geconstateerd dat er goederen van haar terrein waren verdwenen, waaronder een viertal autovelgen van het merk BMW. Bij het bestuderen van de camerabeelden van het terrein, bleek dat in de nacht van vrijdag 20 op zaterdag 21 september 2019 twee personen op haar bedrijventerrein waren binnengedrongen. Op de camerabeelden was niet te zien wie de twee personen waren. Damcon heeft aangifte gedaan van diefstal. Op 23 september 2019 stuitte Damcon op een advertentie op Marktplaats waar exact dezelfde BMW velgen werden aangeboden. Op de banden had Damcon naar eigen zeggen een krijtstreepje gezet, welk streepje ook op de op Marktplaats aangeboden velgen stond.

Op 25 september 2019 deelt Damcon de camerabeelden van de inbraak in de WhatsApp groep “Appgroep Neder-Betuwe” met de volgende tekst:

“(…) Help mee zoeken! (…)

Dit zijn beelden van de inbraak bij Damcon boomkwekerijmachines aan de Bomenlaan 2 in #opheusden. Deze criminelen hebben in de nacht van vrijdag 20 sept op zaterdag 21 sept hun vingers niet af kunnen houden van andermans spullen. (…)

Tijdstip /- tussen 01:30 – 02:30 uur

(…)

Heeft u tips (…) laat het ons weten! (…)”

Aannemelijk is dat Damcon naar aanleiding van dit bericht tips heeft ontvangen, want op 4 oktober 2019 heeft zij via Facebook een oproep gedaan aan X om zichzelf te melden. Indien X zich niet uiterlijk 10 oktober zou melden, zouden zijn/haar gegevens openbaar worden gemaakt. Onder het bericht schreef Damcon “delen wordt gewaardeerd”.

Blijkbaar meldde X zich niet. Op 24 oktober 2019 heeft Damcon een foto van X op Facebook geplaatst met de volgende tekst:

“Oké [X] uit Lienden.

Hardnekkig ben je wel, dat je nog steeds geen contact met ons opneemt.

Ga je nu wel reageren, of wil je dat we nog meer gegevens openbaar maken?

Deze berichten doen we natuurlijk in overleg met de politie.

Delen wordt ook hier weer gewaardeerd.”

Beide berichten zijn massaal gedeeld.

X heeft via zijn advocaat gesommeerd om de berichten uiterlijk op 31 oktober 2019 te verwijderen en een rectificatie te plaatsen. Damcon heeft daarop het bericht van 24 oktober verwijderd. X startte een kort geding procedure waarin hij verzocht om alle berichten te verwijderen, een rectificatie te plaatsen waarin expliciet excuses werden aangeboden met de mededeling dat X niets met de inbraak te maken had. Daarnaast vorderde X onder andere € 7.500,00 immateriële schade.

Wat oordeelde de kort gedingrechter?

In situaties als deze staan twee fundamentele rechten tegenover elkaar, namelijk de vrijheid van meningsuiting van Damcon tegenover het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van X. Per situatie moet worden beoordeeld welk recht zwaarder weegt.

De kort gedingrechter oordeelde in de eerste plaats dat nog niet in rechte vaststond dat X de dader was van de gestolen velgen. X is ook niet aangehouden of verhoord door de politie wegens het vermeende misdrijf. Damcon heeft X, door zijn naam en woonplaats, alsmede zijn foto op Facebook bekend te maken, verdacht gemaakt van de inbraak, zonder dat daarvoor voldoende steun was te vinden in het beschikbare feitenmateriaal. Tot slot heeft Damcon “gedreigd” met het openbaar maken van de gegevens van X. Dit enkele dreigement is volgens de rechter op zichzelf al onrechtmatig, zelfs al zou X de inbraak hebben gepleegd.

De berichten waren inmiddels verwijderd door Damcon, derhalve wees de rechter die vordering af. Wel bepaalde de rechter dat Damcon een rectificatie op haar facebookpagina moest plaatsen met de volgende tekst:

“Op 4 oktober 2019 en op 24 oktober 2019 hebben wij namens Damcon B.V. een tweetal berichten op Facebook geplaatst. Dit naar aanleiding van een diefstal op ons bedrijventerrein in de nacht van 20 op 21 september 2019.

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft bij vonnis van 2 maart 2020 geoordeeld dat het aannemelijk is dat wij onrechtmatig hebben gehandeld door de twee Facebookberichten te plaatsen. Volgens de voorzieningenrechter is het aannemelijk dat wij door de Facebookberichten te plaatsen inbreuk hebben gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de persoon in kwestie.

Op bevel van de voorzieningenrechter brengen wij het voorgaande onder de aandacht.

Het volledige kortgedingvonnis is raadpleegbaar via de website www.rechtspraak.nl”

Wat leert deze uitspraak?
De kort gedingrechter lijkt enig begrip te tonen voor de handelswijze van Damcon, maar oordeelt in het voordeel van X, met name omdat Damcon zijn volledige naam bekend heeft gemaakt en Damcon een dreigement heeft geuit. De rechter schrijft hierover:

“Indien het Damcon te doen was geweest om revindicatie van de autovelgen dan had zij immers afgifte daarvan kunnen vorderen of conservatoire maatregelen kunnen treffen. Indien het Damcon te doen was geweest om vergelding dan geldt als uitgangspunt dat in de Nederlandse rechtsstaat enkel het Openbaar Ministerie tot strafrechtelijke vervolging kan overgaan.”

De rechter lijkt met name veel gewicht toe te kennen aan het dreigement en het gebruik van de volledige naam. Mocht u met een dergelijke situatie te maken hebben en overweegt u om social media in te zetten? Houd dan bovenstaande uitspraak in uw achterhoofd. U kunt uiteraard ook altijd contact opnemen met onze specialisten om van gedachte te wisselen. U kunt contact met mij opnemen via  0318 – 52 24 04 of per e-mail via cevertse@boersadvocaten.nl.

De uitspraak maakt in ieder geval duidelijk dat de hoofdregel blijft: eenieder is onschuldig, totdat het tegendeel is bewezen!

Wat vindt u? Een terechte uitspraak? Lees de volledige uitspraak hier.


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen