Wij kijken verder dan de zaak

Hoe komt u van uw medeaandeelhouder af?

Geplaatst:  18 november 2020

Leestijd:  7 minuten

Wellicht herkent u het wel: u wilt samen met iemand een onderneming starten en besluit hiervoor een besloten vennootschap (B.V.) op te richten. U bent met z’n tweeën, dus u krijgt beiden 50% van de aandelen. Klinkt logisch, toch? Dit zal geen problemen opleveren, totdat er onderling discussies ontstaan en deze discussies dermate hoog oplopen dat u niet langer samen wilt ondernemen. U hebt beiden evenveel zeggenschap, u kunt elkaar niet ontslaan als bestuurder en overeenstemming over het overdragen van de aandelen wordt niet bereikt. En dan?

Allereerst kunt u bovenstaande situatie voorkomen door duidelijke, concrete afspraken te maken in de aandeelhoudersovereenkomst. Er zijn allerlei mogelijkheden om ervoor te zorgen dat in geval van een impasse, de aandelen op een concrete, vooraf bepaalde wijze worden overgedragen. Helaas komt deze boodschap vaak als mosterd na de maaltijd. Veel vennootschappen worden opgericht zonder betrokkenheid van een advocaat, waardoor dit soort zaken vaak niet zijn geregeld. Ons advies is dan ook om altijd samen met een advocaat een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen bij de oprichting van de vennootschap. In een dergelijke overeenkomst kunt u tal van zaken vooraf regelen om problemen in de toekomst te voorkomen.

Is dit advies voor u toch mosterd na de maaltijd? Dan is in principe de hoofdregel dat – als u er niet samen uitkomt – u de wettelijke geschillenregelingen moet doorlopen, bijvoorbeeld de uitstotingsregeling. Een dergelijke procedure duurt lang. Vaak heeft het geschil tussen de aandeelhouders een negatieve invloed op het voortbestaan van de onderneming. Reden waarom de aandeelhouders de impasse zo snel mogelijk opgelost wensen te zien. De wet biedt hier niet direct een oplossing voor, omdat in een kort geding procedure slechts tijdelijke voorzieningen kunnen worden getroffen. Het uitstoten van een aandeelhouder is daarentegen definitief. Desalniettemin heeft de rechtspraak een (kleine) opening gecreëerd om een aandeelhouder uit te stoten middels een kort geding procedure. In mei van dit jaar wisten twee aandeelhouders op deze wijze van de derde aandeelhouder af te komen.

Situatieschets

In de zaak die voorlag waren er drie aandeelhouders. Zij vormden tevens samen het bestuur. Vanaf 2017 ontstond er onenigheid over het beleid van de vennootschap. Aandeelhouders A en B opteerden voor een ander beleid dan C. De gemoederen liepen gaandeweg hoog op. Aandeelhouder C maakte melding bij de AFM, omdat aandeelhouder A – volgens hem – niet aan de wettelijke vakbekwaamheidseisen voldeed. Vervolgens startte aandeelhouder C een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer.[1] Het verzoek van C werd afgewezen. Er ontstond een discussie over de (hoge) kosten van de enquêteprocedure, A en B vonden dat die voor rekening van C behoorden te komen. Echter meende C dat de vennootschap deze moest dragen. Dit liep zo ver uit de hand dat C aangifte deed tegen de medeaandeelhouders wegens valsheid in geschrifte, oplichting en verduistering. Ondertussen weigerde C mee te werken aan de vaststelling van de jaarrekening van 2018. Uiteindelijk heeft C zijn managementovereenkomst opgezegd, maar zich niet onttrokken als bestuurder. C heeft de activiteiten die zij voorheen verrichtte in de vennootschap voortgezet in een nieuwe vennootschap. Ondanks het feit dat C haar eigen pad had gekozen, weigerde zij haar aandelen over te dragen, althans kwamen partijen niet tot overeenstemming. Aandeelhouder C startte daarop een uittredingsprocedure.[2]

A en B stelden dat er sprake was van een onhoudbare situatie. Het voortbestaan en de reputatie van de vennootschap werden ernstig bedreigd door de handelwijze van C. A en B stelden dat de uittredingsprocedure niet kon worden afgewacht en verzochten de voorzieningenrechter onder andere om C te bevelen af te treden als bestuurder, alsmede haar aandelen over te dragen aan A en B tegen een rechtens vast te stellen prijs.

Oordeel voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter vond een praktische oplossing noodzakelijk en oordeelde dat de aandelen moesten worden overgedragen. Door de verhouding tussen de aandeelhouders, die met name waren veroorzaakt door het handelen van aandeelhouder C, konden in de vennootschap geen besluiten meer worden genomen, hetgeen een reële en acute bedreiging vormde voor het voortbestaan van de vennootschap. Verder vormde aandeelhouder C met haar nieuwe vennootschap een potentiële concurrent. Dit maakte een snelle en definitieve scheiding van partijen urgent in de ogen van de andere aandeelhouders. Tot slot had C reeds een uittredingsprocedure gestart, hieruit leidde de voorzieningenrechter af dat alle partijen de wens hadden dat de aandelen werden overgedragen. Het gebod tot overdracht was derhalve in het belang van alle partijen. De voorzieningenrechter bepaalde wel dat aandeelhouders A en B een bankgarantie moesten verstrekken aan C ter hoogte van de geschatte overdrachtsprijs.

Conclusie

Om een aandeelhouder middels een kort geding te bewegen de aandelen over te dragen, moet er sprake zijn van i) verwijtbaar handelen aan de zijde van de aandeelhouder wiens aandelen overgedragen moeten worden en ii) “uitzonderlijke omstandigheden”. In de regel betreft deze uitzonderlijke omstandigheid de dreiging voor het voortbestaan van de vennootschap. Deze dreiging levert in de praktijk tevens het spoedeisende belang op om toegelaten te worden tot een kort geding.

Hoewel de rechtspraak terughoudend is bij het veroordelen tot overdracht van de aandelen in kort geding, biedt deze uitspraak wel weer meer mogelijkheden. Wilt u van uw medeaandeelhouder af, wilt u een aandeelhoudersovereenkomst opstellen of wilt u informatie over een gerelateerd onderwerp? Neem dan contact met ons op en wij helpen u graag verder. U kunt contact opnemen via 0318 – 52 24 04 of stuur een e-mail naar cevertse@boersadvocaten.nl

De volledige uitspraak leest u hier.

 


[1] Dit betreft een procedure waarin onderzoek wordt gedaan naar het beleid en de gang van zaken binnen de vennootschap. Dit is een langdurige en kostbare procedure, welke niet lichtvaardig behoort te worden gestart.

[2] Dit betreft een procedure waarin een aandeelhouder verzoekt om te bevelen dat zijn aandelen moeten worden overgenomen.


Gekoppelde categorieën:


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen

Gerelateerde artikelen

Alle artikelen