Wij kijken verder dan de zaak

Wetsontwerp Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie

Geplaatst:  29 juli 2021

Leestijd:  6 minuten

Update augustus 2023 – onderaan pagina

Bij een turboliquidatie wordt de rechtspersoon op eigen initiatief ontbonden en valt het tijdstip van de ontbinding, als de rechtspersoon geen baten heeft, samen met de beëindiging van de rechtspersoon. Er vindt dus geen vereffening plaats. De regeling is neergelegd in artikel 2:19 lid 4 BW. Zijn er op het moment van ontbinding geen baten meer, dan houdt de vennootschap onmiddellijk op te bestaan. Het bestuur van de vennootschap doet hiervan opgaaf bij de Kamer van Koophandel.

De bedoeling van de regeling is om het gemakkelijker te maken om lege, inactieve rechtspersonen op een eenvoudige manier te beëindigen. Hiermee zou misbruik kunnen worden voorkomen. In de praktijk blijkt echter dat de turboliquidatie nogal eens wordt toegepast als een rechtspersoon geen baten meer heeft maar nog wel aanzienlijke schulden. In dat geval hebben de schuldeisers het nakijken. De vennootschap bestaat niet meer, dus verhaal is in beginsel niet meer mogelijk. Op deze wijze wordt nog wel eens misbruik gemaakt van de regeling van de turboliquidatie.

Met het huidige wetsontwerp wordt de wettelijke regeling van de turboliquidatie gewijzigd. Deze wijzigingen betreffen een financiële verantwoordingsverplichting voor bestuurders en de mogelijkheid om een bestuursverbod op te leggen in geval van misbruik. Het doel hiervan is om het vertrouwen in de regeling te vergroten en de turboliquidatie een toegankelijker instrument te maken voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen.

Wanneer de voorgestelde regeling wordt ingevoerd, dient het bestuur bij een turboliquidatie binnen tien werkdagen na de ontbinding de volgende stukken ter inzage te leggen bij de Kamer van Koophandel:

  1. een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden;
  2. een schriftelijke opgave van redenen voor het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding en – indien van toepassing – het onbetaald laten van schuldeisers;
  3. een slotuitdelingslijst, indien voorafgaand aan de ontbinding van de rechtspersoon schuldeisers zijn voldaan in het kader van de afwikkeling van het vermogen van de rechtspersoon. De lijst vermeldt de totale bevoorrechte vorderingen van schuldeisers, door pand, hypotheek of retentierecht gedekte vorderingen, concurrente vorderingen, alsmede de daarop ontvangen uitkeringen en hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen is overgebleven; en
  4. de jaarrekeningen inzake de boekjaren die voorafgaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, indien daarvoor op grond van dit boek een plicht bestaat waar nog niet aan is voldaan, in voorkomend geval inclusief de accountantsverklaring, genoemd in artikel 393 lid 5 BW.

Direct nadat deponering van de stukken heeft plaatsgevonden, dient het bestuur van de rechtspersoon hiervan mededeling te doen aan de schuldeisers. Dit hoeft niet als het bestuur niet over de gegevens beschikt die daarvoor nodig zijn. Op deze wijze worden de schuldeisers tijdig over de turboliquidatie en de financiële verantwoording die hieraan ten grondslag ligt geïnformeerd.

Wanneer het bestuur niet aan de deponeringsverplichting voldoet of bij de turboliquidatie een of meer schuldeisers aanmerkelijk heeft benadeeld dan wel herhaaldelijk betrokken is geweest bij een ontbinding zonder baten en met schulden, dan kan op het verzoek van het Openbaar Ministerie een bestuursverbod van maximaal vijf jaar worden opgelegd.

Update juni 2022   

De Raad van State heeft inmiddels advies uitgebracht . Het wetsvoorstel was met name ook bedoeld om malafide beëindigingen van rechtspersonen via turboliquidatie te voorkomen. De Raad van State wijst er op dat het wetsvoorstel een verantwoordingsplicht aan bestuurders oplegt en daarmee schuldeisers wel meer inzicht verschaft, maar dat het wetsvoorstel vervolgens de schuldeisers geen mogelijkheden biedt om – als uit dat inzicht toch het vermoeden komt van een onterechte benadeling van schuldeisers – daar dan tegen op te komen. Een schuldeiser kan wel proberen om de bestuurder op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk te stellen, maar de drempel daarvoor is hoog en wordt niet verlaagd in dit wetsvoorstel.  

De Raad van State adviseert dan ook om aanvullende privaatrechtelijke handhavingsmogelijkheden in het voorstel op te nemen en met name een uitbreiding van de mogelijkheden om bestuurders van geliquideerde vennootschappen aansprakelijk te stellen.  

Vanuit de verwachting dat de coronacrisis zou leiden tot veel faillissementssituaties is het wetsvoorstel ook gepresenteerd als extra mogelijkheid voor bedrijfsbeëindiging. De Raad van State wijst er op dat beter een structurele regeling kan worden ingevoerd dan een tijdelijke regeling vanwege gevolgen van de coronacrisis.  

Tot slot heeft de Raad van State er op gewezen dat het wetsvoorstel onvoldoende ingaat op bijv. het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van de persoonsgegevens van o.a. bestuurders.  

Het is aan de regering om nu met een gewijzigd voorstel van wet te komen.

UPDATE augustus 2023 – Het wetsvoorstel treedt op 15 november 2023 in werking. 

Wanneer u meer informatie wilt over de huidige en toekomstige mogelijkheden van de turboliquidatie, neemt u dan contact op met Erick Quaars of Jan Brouwer via 0318 – 522404 of stuur een email naar tfquaars@boersadvocaten.nl/jbrouwer@boersadvocaten.nl


Gekoppelde categorieën:


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen

Gerelateerde artikelen

Alle artikelen