Wij kijken verder dan de zaak

DEEL II WAB: de transitievergoeding

Geplaatst:  5 december 2019

Leestijd:  9 minuten

Vanaf 1 januari 2020 treedt de ‘Wet arbeidsmarkt in balans’ in werking (hierna: WAB). Deze wet verandert een aantal arbeidsrechtelijke regels, bijvoorbeeld met betrekking tot oproepkrachten, ontslag en transitievergoedingen. Aan de hand van een blogreeks nemen wij u mee langs alle veranderingen die deze wet teweeg brengt. In dit tweede deel komen de wijzigingen met betrekking tot de transitievergoeding aan bod.

Huidige wetgeving

Onder huidig recht heeft een werknemer recht op een transitievergoeding wanneer hij/zij twee jaar of langer in dienst is geweest bij de werkgever en het dienstverband op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. Dit kan zijn doordat de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt, doordat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, of doordat een tijdelijke arbeidsovereenkomst na 2 jaar op initiatief van de werkgever niet wordt voortgezet. Eindigt de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer, dan heeft de werknemer in beginsel geen recht op een transitievergoeding.

Hoogte transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van het dienstverband van de werknemer, waarbij de duur wordt afgerond op volledige halve dienstjaren. Is een werknemer bijvoorbeeld 5 jaar en 9 maanden in dienst, dan is nu voor de hoogte van de transitievergoeding slechts 5 jaar en 6 maanden van belang.

Voor de eerste 10 jaar geldt dat de werknemer recht heeft op een 1/6 maandsalaris per half dienstjaar. Voor de daaropvolgende periode heeft de werknemer recht op 1/4 maandsalaris per half dienstjaar. Belangrijk is ook dat de transitievergoeding in principe geen correctiefactor kent. De vergoeding is verschuldigd of niet en de hoogte wordt berekend aan de hand van de hiervoor beschreven maatstaven.

Korte dienstverbanden

Op dit moment geldt dat een werknemer pas aanspraak maakt op een transitievergoeding bij ontslag wanneer het dienstverband 2 jaar of langer heeft geduurd. Bij dienstverbanden die korter dan 2 jaar hebben geduurd heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding.

Oudere werknemers

Onder huidig recht hebben werknemers die op het moment van ontslag 50 jaar of ouder zijn een voordeel als het gaat om de transitievergoeding. Indien de werknemer 50 jaar of ouder is en zijn/haar dienstverband 10 jaar of langer heeft geduurd, dan geldt dat voor elk half dienstjaar na het bereiken van de 50-jarige leeftijd een 1/2 maandsalaris wordt gerekend.

Wat wijzigt er per 1 januari 2020?

De WAB verruimt allereerst de transitievergoeding voor korte dienstverbanden. Vanaf 1 januari 2020 heeft in principe iedere werknemer vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding. Het vereiste dat een dienstverband minimaal twee jaar geduurd moet hebben geldt dan dus niet meer.

Daarbij wordt de duur van het dienstverband niet langer afgerond op halve dienstjaren. Heeft het dienstverband bijvoorbeeld 3 jaar en 8 maanden geduurd, dan wordt de duur niet naar beneden afgerond naar 3 jaar en 6 maanden, maar wordt de transitievergoeding naar evenredigheid berekend.

Hier staat tegenover dat de hoogte van de transitievergoeding wordt gekort voor lange dienstverbanden. Bij dienstverbanden die 10 jaar of langer hebben geduurd wordt er vanaf het nieuwe jaar niet langer met een hoger percentage van het maandsalaris gerekend. De hoogte van de transitievergoeding wordt standaard berekend aan de hand van 1/3 maandsalaris per dienstjaar, waarbij niet volgemaakte jaren naar evenredigheid worden berekend.

De regeling voor oudere werknemers komt te vervallen. Dit was echter bij de inwerkingtreding van deze regeling al bepaald. Eigenlijk betreft het dus geen wijziging die de WAB met zich mee brengt. Transitievergoedingen voor werknemers van 50 jaar hebben dus niet langer een voordeel ten aanzien van de transitievergoeding. Ook voor hen wordt gewoon 1/3 maandsalaris per dienstjaar gerekend.

De huidige wet kent een bijzondere regel voor kleine MKB-ers. Hieronder worden werkgevers met minder dan 25 werknemers verstaan. Voor deze groep werkgevers gold een ‘transitievergoeding light’, waarbij voor de duur van het dienstverband alleen de periode vanaf 1 mei 2013 werd meegerekend. Deze regeling betrof een overgangsregeling uit de Wet werk en zekerheid. De regeling komt te vervallen per 1 januari 2020, net als de regeling voor oudere werknemers.

Rekenvoorbeeld

Aan de hand van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk wat de nieuwe regels voor een verschil kunnen maken. We berekenen de transitievergoeding van Bob, geboren op 1 januari 1960. Bob is in dienst getreden bij zijn werkgever op 1 september 2004. Bob is dus ongeveer 15 jaar en 4 maanden in dienst wanneer zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het salaris van Bob bedraagt € 6.000,- bruto per maand inclusief vakantiegeld en bonussen, etc.

Arbeidsovereenkomst eindigt op 31 december 2019

Voor de berekening van de transitievergoeding heeft het dienstverband van Bob 15 jaar geduurd (afgerond op halve jaren). Bob heeft recht op 1/6 maandsalaris per half jaar voor de eerste 10 dienstjaren. Omdat Bob op 1 januari 2010 de leeftijd van 50 jaar bereikt, heeft Bob vanaf dat moment echter recht op 1/2 maandsalaris per half dienstjaar.

De transitievergoeding van Bob bedraagt:

(11 x 1/6 x € 6.000,-) + (19 x 1/2 x € 6.000,-) = € 68.000,-.

Arbeidsovereenkomst eindigt op 1 januari 2020

Voor de berekening van de transitievergoeding heeft het dienstverband van Bob 15 jaar en 4 maanden geduurd. Bob heeft recht op 1/3 maandsalaris per jaar, waarbij de laatste 4 maanden naar evenredigheid worden meegerekend. Met de leeftijd van Bob wordt niet langer rekening gehouden.

De transitievergoeding van Bob bedraagt nu:

(15 x (1/3 x € 6.000,-)) + (1/3 x (1/3 x € 6000,-)) = € 30.666,67.

Onder de huidige wetgeving is de werkgever dus € 68.000,00 verschuldigd, onder de nieuwe wetgeving slechts € 30.666,67. De datum van beëindiging dienstverband maakt voor Bob dus een verschil van ruim € 37.000,00.

Opmerking verdient wel dat de nieuwe regels voor sommige werknemers ook de andere kant uit kunnen wijzen. Oudere werknemers en werknemers met een lang dienstverband gaan er op achteruit, maar voor werknemers met een kort dienstverband zijn de nieuwe regels juist gunstiger. Een jongere werknemer met een dienstverband van 2 jaar heeft onder huidig recht geen recht op een transitievergoeding. Vanaf 1 januari 2020 zal deze werknemer aanspraak kunnen maken op één maandsalaris.

Overgangsrecht

De nieuwe regels treden in principe onmiddellijk in werking per 1 januari 2020. Dat betekent dat voor dienstverbanden die eindigen na 1 januari 2020, de nieuwe regels van toepassing zullen zijn. In sommige situaties is dit niet wenselijk. De wetgever heeft daarom voorzien in overgangsrecht. Het overgangsrecht regelt dat de oude regels blijven gelden indien:

In deze situaties kan dus ook nog een beroep worden gedaan op de regeling voor oude werknemers en de overbruggingsregeling voor kleine MKB-ers.

Heeft u vragen over de WAB of over transitievergoedingen? Of vraagt u zich af wat de WAB betekent voor uw organisatie? Neemt u dan contact met ons op via 0318 – 52 24 04 of per mail via ddewaal@boersadvocaten.nl. Wij adviseren u graag.

Over de Wet arbeidsmarkt in balans schreven wij ook:

DEEL I WAB: nieuwe regels voor oproepkrachten 


Gekoppelde categorieën:


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen

Gerelateerde artikelen

Alle artikelen