Wij kijken verder dan de zaak

Slapend dienstverband en transitievergoeding, ook na pensionering?

Geplaatst:  15 mei 2023

Leestijd:  6 minuten

Een werknemer met een slapend dienstverband, waarvan de arbeidsovereenkomst eindigt door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, kan, onder omstandigheden, aanspraak maken op een transitievergoeding. Dit blijkt uit een arrest, dat begin dit jaar is gewezen door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2023:708). Maar wat is nu precies een slapend dienstverband en wanneer is de werkgever gehouden om dan een transitievergoeding te betalen?

Slapend dienstverband

Wanneer een werknemer arbeidsongeschikt is, dient de werkgever gedurende twee jaar het loon door te betalen. Na die periode eindigt de loondoorbetalingsplicht als de werknemer nog niet is hersteld. De arbeidsovereenkomst kan in dat geval worden beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Gebeurt dit niet, dan is sprake van een slapend dienstverband. In het verleden kwam dit regelmatig voor, omdat de werkgever betaling van de transitievergoeding wilde voorkomen. Bij een beëindiging van het dienstverband is deze vergoeding verschuldigd.

Wet compensatie transitievergoeding (Wct)

In 2019 is de Wct in werking getreden. Op grond van deze wet kan de werkgever bij UWV aanspraak maken op compensatie van de aan de werknemer te betalen transitievergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De wet is destijds ingevoerd om het aantal slapende dienstverbanden terug te brengen. Als de werkgever recht heeft op compensatie van de door hem te betalen transitievergoeding, dan heeft hij geen gerechtvaardigd belang bij instandhouding van het dienstverband.

Xella-plicht

In verband hiermee kan de werknemer aan de werkgever voorstellen om het slapend dienstverband te beëindigen met betaling van een transitievergoeding. De werkgever dient hieraan mee te werken. De Hoge Raad heeft in 2019 in de zogenaamde Xella-beschikking bepaald dat de werkgever uit hoofde van goed werkgeverschap hiertoe is gehouden. In dat geval kan de werkgever op grond van de Wct aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding.

Eind 2022 heeft de Hoge Raad in een tweetal arresten ook de reikwijdte van de Xella-plicht bepaald. Op 1 juli 2015 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), waarin de transitievergoeding is opgenomen, in werking getreden. Voor werknemers, die al voor invoering van de wet langdurig arbeidsongeschikt waren, geldt de Xella-plicht ook. Daarnaast zijn werkgevers vanaf 20 juli 2018, de datum van publicatie van de Wct in het Staatsblad, gehouden om in te stemmen met een beëindigingsvoorstel van een werknemer met een slapend dienstverband.

Maar hoe dient de werkgever om te gaan met een beëindigingsvoorstel, dat voor die  datum is gedaan? Daarover handelde de kwestie die ter beslissing aan het gerechtshof werd voorgelegd. 

Pensionering

De werknemer was in december 2014 arbeidsongeschikt geraakt. Twee jaar later, in december 2016, was de loonbetalingsverplichting van de werkgever geëindigd. Op dat moment was de compensatieregeling voor de werkgever bekend, maar de Wct nog niet in werking getreden. De werknemer stelde aan de werkgever voor om het dienstverband te beëindigen onder toekenning van een transitievergoeding. De werkgever ging hier echter niet op in en deelde aan de werknemer mee dat er aan het dienstverband niets zou veranderen

Enkele jaren later eindigt het dienstverband van de werknemer van rechtswege door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De werknemer start een procedure tegen de werkgever en vordert een schadevergoeding wegens het mislopen van de transitievergoeding. Hoewel het beëindigingsvoorstel door haar aan de werkgever was gedaan voor de datum vanaf wanneer de werkgever volgens de Hoge Raad aan een beëindigingsvoorstel dient mee te weken (20 juli 2018), kent de kantonrechter en ook het gerechtshof in hoger beroep de schadevergoeding toe. Volgens het gerechtshof had de werkgever alsnog positief op het verzoek dienen te beslissen, omdat in het verzoek door de werknemer duidelijk werd voorgesorteerd op de compensatiemogelijkheid die in de wet zou worden opgenomen.

Volgens het gerechtshof had de werkgever onder die omstandigheden het beëindigingverzoek later alsnog in behandeling dienen te nemen en hieraan zijn medewerking moeten verlenen. Door dit niet te doen en het dienstverband te laten eindigen door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zonder toekenning van een transitievergoeding, heeft de werkgever niet als een goed werkgever gehandeld en is hij hierdoor schadeplichtig geworden.

Gezien deze uitspraak, doet de werkgever er goed aan om te onderzoeken of door een werknemer met een slapend dienstverband eerder een verzoek tot beëindiging is gedaan. Wanneer deze situatie zich voordoet, kan de werkgever het voorstel van de werknemer alsnog accepteren en medewerking verlenen aan een beëindiging. De te betalen transitievergoeding wordt dan door UWV gecompenseerd. Dit laatste is niet het geval, wanneer de werkgever een schadevergoeding dient te betalen, zoals in het hiervoor beschreven geval, waarover het gerechtshof moest beslissen. Het afwijzen van een beëindigingsvoorstel kan de werkgever dan duur komen te staan.

Wanneer u meer informatie wilt over compensatie van de transitievergoeding al dan niet bij een slapend dienstverband, neemt u dan contact op met Erick Quaars via 0318 – 522404 of stuur een email naar tfquaars@boersadvocaten.nl.

 

 


Gekoppelde categorieën:


Terug naar overzicht

Onze advocaten helpen u graag verder. Wat kunnen we voor u doen?

Contact opnemen

Gerelateerde artikelen

Alle artikelen